Guenther Steiner heeft onlangs zijn boekje opengedaan over zijn tijd bij Haas F1 Team. De voormalige teambaas had een interessant gesprek met Motorsport.com, waarin hij terugkeek op de laatste maanden van 2023 die cruciaal bleken te zijn voor zijn vertrek bij het Amerikaanse team. Zijn afscheid kwam niet helemaal uit de lucht vallen gezien de tegenvallende prestaties en de laatste plaats in het constructeurskampioenschap van dat jaar.
VF-23
Een van de grote uitdagingen voor het team was de VF-23, die op papier sterk leek maar in de praktijk tegenviel vanwege problemen met bandenslijtage. Hierdoor viel de auto compleet door de mand tijdens de race. Dit resulteerde in een reeks teleurstellende resultaten waarvan de impact zo groot was, dat het een logische aanleiding werd voor teambaas Gene Haas om veranderingen in het management door te voeren.
Steiner, die bekend staat om zijn directe manier van spreken en handelen, gaf toe dat hij het niet gemakkelijk vond om bij Haas gemotiveerd te blijven. Met name de beperkte financiële ruimte en de conservatieve benadering van investeringen ondermijnden zijn motivatie. Deze aanpak stond haaks op de benaderingen van concurrerende teams zoals AlphaTauri en Aston Martin, die juist sterk investeerden in hun infrastructuur en toekomst.
Het team kreeg tijdens het seizoen ook kritiek van Gene Haas zelf, die zich publiekelijk afvroeg hoe het kon dat het team, ondanks alle middelen en personeel, onderaan eindigde in het klassement. Deze uitspraken versterkten de indruk dat Haas mogelijk op zoek was naar een radicaal andere aanpak of zelfs overwoog het team te verkopen.
Late upgrade
Een opvallend moment voor Haas was de late upgrade van de VF-23, waarbij het team overstapte op het downwash sidepod-concept dat Red Bull Racing zo succesvol maakte. Helaas kwamen deze veranderingen te laat in het seizoen om nog een verschil te kunnen maken. Steiner erkent inmiddels dat als hij de kans had om dingen anders te doen, hij eerder had moeten ingrijpen.
Een ander omslagpunt in de geschiedenis van Haas vormde de problemen met de krachtbron van Ferrari in 2018, wat het team parten speelde en betere resultaten in de weg stond. Desondanks zag Steiner ook hoogtepunten, zoals het seizoen 2018 waarin het team vijfde werd in het constructeurskampioenschap. Dit soort resultaten wist het team echter niet vast te houden, mede door de impact van de coronapandemie en het daarmee gepaard gaande lastige 2020 seizoen.
Wat nu?
Het verhaal van Steiner bij Haas eindigt met een lucht van onzekerheid over de toekomst van het team. Terwijl hijzelf aangeeft open te staan voor nieuwe kansen binnen de Formule 1, lijkt de toekomst van Haas zelf ook niet vast te staan. Met geruchten over een mogelijke verkoop en de sterke betrokkenheid van Ferrari, is het maar de vraag welke richting het team op zal gaan.
Steiner, die ook buiten de Formule 1 actief is als eigenaar van een fabriek in composiet materialen, lijkt de Formule 1 nog lang niet vaarwel te hebben gezegd. Maar of we hem snel weer aan het roer van een team zullen zien, is nog maar de vraag.