Nyck de Vries, de Nederlandse Formule 1 coureur, is deels in het gelijk gesteld in de rechtszaak die zijn voormalig geldschieter, Jeroen Schothorst, tegen hem aanspande. In 2018 leende Nyck 250.000 euro van Schothorst voor zijn racecarrière. Het was afgesproken dat als Nyck in 2022 geen Formule 1-stoeltje zou hebben, het totaalbedrag aan het einde van het jaar zou worden kwijtgescholden, maar Schothorst zou ook 50% van Nycks inkomsten in F1-jaren opstrijken als hij wél F1-coureur zou zijn.
De rechter stelt dat Nyck aan alle betalingsverplichtingen heeft voldaan en dat de kwestie of Nyck in 2022 F1-coureur was of niet, en of Schothorst daardoor recht heeft op de inkomsten van Nyck in de toekomstige F1-jaren, later in de bodemprocedure behandeld zal worden.
De overeenkomst
De overeenkomst tussen Nyck en Schothorst ging uit van de verwachting dat Nyck de Formule 1 in 2022 of eerder zou bereiken. Hij had nog een sponsor nodig naast Jumbo en vond die in Investrand, het bedrijf van Schothorst. Het contract vermeldde dat Schothorst recht zou hebben op 50% van Nycks inkomsten in het geval van een F1-carrière in 2022 of eerder.
De uitspraak
De rechter gaf uitspraak over het kortgeding en stelt Nyck in het gelijk, omdat hij volgens de schrijftelijke uitspraak nog geen F1-coureur was in 2022. Nyck was alleen invaller tijdens de Grand Prix van Italië voor Alexander Albon. De rechter ging niet in op de verdenking van Schothorst dat Nyck cruciale informatie achterhield.
Nyck de Vries heeft het kortgeding van Jeroen Schothorst en Investrand gewonnen en hoeft geen 250.000 euro te betalen. De twee hadden een geschil over de financiële overeenkomst die in 2018 is aangegaan. Ondanks het feit dat Nyck tijdens de Grand Prix van Italië inviel als coureur, was hij volgens de rechter nog geen F1-coureur in 2022 en was hij niet verplicht om de inkomsten te delen met Schothorst.