Shutterstock

Toekomst Circuit Zandvoort op F1-kalender na 2025 onduidelijk


Dit weekend gaat het erg druk worden in Zandvoort, want hier vindt dan de F1 plaats op het Circuit van Zandvoort. Zondag wordt de Nederlandse Grand Prix gereden in de duinen van Zandvoort. In zowel binnen- als buitenland hebben veel mensen interesse en volgen het op de voet. Maar de vraag is nu alleen of dat het Circuit Zandvoort ook in de toekomst een plekje blijft houden op de F1 kalender.

De bal ligt volgens de directeur Robert van Overdijk bij het management, FOM (Formula One Management). In 2020 was de anticipatie op de eerste Nederlandse GP hoog, alleen door de corona is deze toen een jaar uitgesteld. Sinds het jaar wat volgde heeft Circuit Zandvoort een plaats op de F1 kalender, maar de vraag is alleen hoe lang is dat nog zo? Hoe komt dit? Dit komt omdat het circuit een contract heeft met de koningsklasse en dan mogen ze in 2024 en 2025 ook op de kalender staan. Maar het is binnen de topsport van belang om nog verder vooruit te kijken. Daarom is er de vraag hoe dat het in de toekomst gaat zijn, dus na 2025. De directeur Robert van Overdijk geeft aan dat zijn intentie duidelijk mag zijn, afwachten op FOM. Hij heeft daarover het volgende gezegd: “We praten heel erg veel met FOM. Ik reis best wel vaak mee met het hele circus. We zien ze dus regelmatig, zeker bij de Europese races. Natuurlijk praten we over de periode na 2025, maar het zijn nog geen concrete gesprekken over hoe we het in gaan vullen.”

In gesprek met Overdijk

Overdijk heeft er nog meer over te vertellen, namelijk: “Uiteindelijk moet FOM eerst de keuze maken hoeveel races ze in Europa willen houden, en welke dat dan zijn. Voor de races die overblijven is dan de vraag of je met een roulatieschema kan gaan werken. Dan kan het één keer per twee of misschien wel drie jaar zijn”. Dit zeg hij over een afwisselingschema waar Zandvoort deel van uit kan maken. Als laatste zegt hij nog: “Uiteindelijk is FOM aan zet. Zodra zij een idee hebben, schuiven wij graag aan om erover mee te praten”.

Bekijk ook: