Het Italiaanse Ferrari kwam in Monaco verrassend goed voor de dag. Het team was het gehele Grand Prix-weekend sterk en streed mee om de overwinning. De directie van de legendarische renstal reken zich echter niet rijk. Integendeel, teambaas Mattia Binotto benadrukt juist dat Ferrari op normale circuits nog een flinke kloof te dichten heeft.
Laatste zeges in 2019
Ferrari had zijn laatste enigszins competitieve zin in 2019. Toen wist de Italiaanse renstal in Spa en Monza – beide circuits waar topsnelheid van doorslaggevend belang is – de overwinning te behalen. Echter, sinds het team door de FIA op de vingers werd getikt vanwege hun illegale motor zijn ze verwezen naar de middenmoot van de grid.
Van topsnelheid naar high downforce
Sindsdien heeft Ferrari haar filosofie helemaal omgegooid. In plaats van een focus op topsnelheid, richt het Italiaanse merk zich dit seizoen vooral op downforce en aerodynamica. Deze insteek lijkt nu te lonen, gezien het feit dat Carlos Sainz en Charles Leclerc razendsnel waren op het stratencircuit van Monaco. Helaas liep het weekend niet zoals de renstal had gewild, maar de algemene performance van de Scuderia was een opsteker.
Leerproces staat centraal
Ondanks het succes in het prinsdom rekent de Italiaanse renstal zich niet rijk. “Er komt vast nog wel een circuit aan met veel langzame bochten [zoals Monaco] waarop we competitief kunnen zijn, maar dat is absoluut geen gegeven,” zo stelt Binotto. Hiermee lijkt hij zich te realiseren dat vooral de unieke kenmerken van het stratencircuit in Monaco de renstal in de hand speelden. Toch heeft hij goede hoop voor de komende Grands Prix. “De focus ligt volledig op Baku en de race die daarop volgt. Des te meer doordat we nog altijd meer uit de eigen auto kunnen halen.”
Volgens de teambaas staat hierbij de auto verder ontwikkelen en beter leren kennen centraal. “Wij bekijken het in ieder geval stap voor stap en willen als team vooral vooruitgang boeken. In de goede richting blijven werken, daar draait het om. Zelfs van het raceweekend in Monaco, waarin we natuurlijk een probleem kenden [de crash en schade van Leclerc], hebben we veel geleerd.”