Informatie
Alfa Romeo had in de 80’s een motor gecreëerd die, op papier, een echte game-changer was. De 1500cc twin-turbo motor, ontworpen door de ervaren Gianni Tonti, was een krachtpatser. Met een verbluffende 850 pk onder de motorkap was dit een apparaat dat circuits in vuur en vlam kon zetten. René Arnoux, een rijzende ster, kreeg de eer om deze motor te testen in een Ligier JS29.
Echter, de overname van Alfa Romeo door Fiat gooide roet in het eten. Fiat, dat ook de eigenaar is van Ferrari, wilde uiteraard niet dat een ander team competitief zou worden dankzij Alfa’s technologie. En alsof dat nog niet genoeg was, deed Arnoux een aantal ongelukkige uitspraken over de motor die de deal definitief deden kantelen. Hij vergeleek het ongunstig met ‘gebruikt voedsel,’ wat natuurlijk olie op het vuur was. Ligier moest toen noodgedwongen de hele rest van het seizoen met Megatron-motoren rijden, wat voor hen een enorme stap terug was.
Parallel aan dit verhaal was Alfa Romeo’s betrokkenheid bij het Italiaanse team Osella. Dit was een veel kleinschaligere operatie, maar Alfa Romeo toonde een bereidheid om technische hulp te bieden. De Osella-auto van 1984, bijvoorbeeld, was niet zomaar een willekeurige machine. Het was gebaseerd op een Alfa Romeo-model uit 1983, wat aangeeft dat het team serieus was om samen te werken en succesvol te zijn.
Echter, na jaren van middelmatige prestaties en wat men zou kunnen omschrijven als ’teleurstellende publiciteit’, besloot Alfa Romeo in 1988 dat genoeg ook echt genoeg was. Ze waren het zat dat het merk geassocieerd werd met een falend project en besloten hun naam te verwijderen van de Osella-motoren. Het team mocht de motor nog wel gebruiken, maar vanaf dat moment werd het simpelweg “Osella V8” genoemd.
V10-ambities en ProCars
In 1985 begon Alfa Romeo met een ambitieus project: het ontwikkelen van een V10-motor voor de Formule 1, met name omdat er regels op komst waren die turbo-motoren zouden verbieden. Het was een pionierswerk; de motor was bedoeld voor Ligier en zou later model staan voor de V10-motoren van Honda en Renault. Ondanks een indrukwekkende 620 pk kon de motor zijn potentieel nooit op het circuit laten zien, omdat de samenwerking met Ligier werd beëindigd.
Niet lang daarna, in 1988, kocht Alfa Romeo het Brabham F1 team met het oog op een nieuwe ProCar-serie. Deze auto’s zouden V10-motoren gebruiken en fungeren als support races tijdens de F1 Grand Prix.
Samenwerkingen: Ferrari en Sauber
Alfa Romeo en Ferrari hebben een historische band die teruggaat tot de vroege dagen van het racen. Maar in de moderne F1 was onze samenwerking vooral zichtbaar tussen 2015 en 2018. In die jaren prijkte het logo van Alfa Romeo op de krachtige bolides van Scuderia Ferrari. Voor fans was dit een subtiele knipoog naar een legendarisch Italiaans autosportverleden, en het bracht ook een beetje extra magie naar beide merken.
Maar daar stopte onze F1-ambitie niet. In 2018 sloten we een belangrijke deal met het Sauber F1 Team. We werden niet alleen de titelsponsor, maar de naam van het team werd zelfs gewijzigd naar het Alfa Romeo Sauber F1 Team. Dit was een belangrijke stap, want Sauber was een team met een solide reputatie en veel potentieel. De samenwerking trok veel aandacht, en voor het eerst in jaren was Alfa Romeo weer een naam die prominent aanwezig was in de F1-wereld.
Spannender nog waren de plannen die op de tekentafel lagen. Er werd zelfs gesproken over het volledig overnemen van het Sauber-team. Dat zou een gigantische sprong zijn en ons direct een volledig eigen team opleveren. Echter, zoals vaker in de Formule 1, zijn plannen niet altijd bestand tegen de dynamiek en uitdagingen van de sport. Uiteindelijk bleef de management- en eigendomsstructuur van het team vrijwel ongewijzigd.
Desondanks was het een periode die ons merk veel aandacht gaf en ons opnieuw vestigde als een serieuze speler in de wereld van de Formule 1. De samenwerking met Sauber blijft een belangrijk hoofdstuk in onze moderne F1-geschiedenis en heeft de deur opengezet voor toekomstige mogelijkheden in de sport.
Kampioenen van het verleden
Als we het hebben over Alfa Romeo in de Formule 1, is het onmogelijk om de roemrijke geschiedenis over te slaan. Het is een merk dat is gesmeed in de vuren van competitie, en dat blijkt uit de indrukwekkende lijst van kampioenen die voor ons hebben gereden.
Neem bijvoorbeeld Giuseppe Farina, de Italiaanse snelheidsduivel. Hij schreef geschiedenis door het allereerste Formule 1-wereldkampioenschap te winnen in 1950. Farina was niet zomaar een coureur; hij was een man van stijl en flair, zowel op als naast het circuit. Zijn overwinning was een bevestiging van onze technologische voorsprong en bracht ons merk op de kaart als een powerhouse in de autosport.
En dan hebben we Juan Manuel Fangio, de Argentijnse legende die in 1951 voor ons het kampioenschap binnenhaalde. Fangio was een natuurlijk talent, gezegend met een instinctief gevoel voor racen dat maar weinigen kunnen evenaren. Zijn samenwerking met Alfa Romeo was magisch en zorgde voor memorabele races die de boeken ingingen als enkele van de grootste in de Formule 1-geschiedenis.
Deze kampioenschappen zijn meer dan gewoon titels; ze zijn een integraal deel van de identiteit van Alfa Romeo. Ze herinneren ons aan de tijden van pure competitie, van mechanische meesterschap, en van een tijd waarin we de racewereld domineerden. Ze zijn de fundering waarop onze huidige en toekomstige ambities in de Formule 1 zijn gebouwd. Elk nieuw seizoen, elke nieuwe race is een kans om die erfenis eer aan te doen en nieuwe hoofdstukken toe te voegen aan ons rijke, glorieuze verleden.